Op een ochtend vroeg in de zomer – Toon Tellegen & Sylvia Weve

ochtend.jpg★★★★☆

Toon Tellegen is de meester van de fabel. Vanaf zijn eerste kinderboek, Er ging geen dag voorbij: negenenveertig verhalen over de eekhoorn en de andere dieren (1984), spelen dieren de hoofdrol. Zo ook in Op een ochtend vroeg in de zomer, dat vorig jaar verscheen. Zoals we inmiddels van Tellegen gewend zijn, wordt er in dit boek ook weer op los gefilosofeerd en worden er veel feestjes gegeven en taarten gegeten. In 23 losse verhalen projecteert Toon Tellegen menselijke eigenschappen op onder andere een aardvarken, een walvis en een schildpad. En wat doet hij dat weer knap. In verhaaltjes die meestal slechts een bladzijde beslaan, zet hij een karakter neer.

Wat dacht je bijvoorbeeld van de duizendpoot die steeds maar zijn pootjes blijft tellen en elke keer op een ander aantal uitkomt. En dan moet hij weer een brief schrijven aan de andere dieren om te vertellen dat hij voortaan als duizendtwaalfpoot door het leven gaat.

Hij nam zich voor om ze, als hij op een dag precies duizend poten had, nooit meer te tellen. Dan blijf ik altijd wie ik ben. Maar zover was hij nog niet.

De schildpad is iemand die letterlijk over zich heen laat lopen. Op een dag wil de neushoorn even uitrusten en de schildpad vindt het goed als hij even op hem gaat zitten. Maar uiteindelijk kruipen ook een nijlpaard, een giraf en een bizon erbij. Als iedereen weer is vertrokken besluit de schildpad het voorval niet aan de slak te vertellen, want die had het nooit goed gevonden.

Het mooist is het verhaal over de eendagsvlieg, die een uitnodiging van de krekel krijgt waarin staat Kom je morgen op mijn verjaardag?  Maar de eendagsvlieg weet niet wat morgen is.

De eendagsvlieg las de brief een paar keer. Morgen… dacht hij, wat zou morgen zijn… Hij had daar nog nooit van gehoord. Hij wreef over zijn achterhoofd. Misschien is het een soort dansen, dacht hij. Misschien is er wel een dans die de morg of de morgen heet. Ik ga straks morgen. Ik heb zo heerlijk gemorgd, ik had nog uren kunnen doorgaan… Misschien bedoelt hij: kom je dansen op mijn verjaardag, en dan niet de tango of de wals, maar de morgen?

De eendagsvlieg vraagt het aan de neushoorn, die hem zegt dat het het omgekeerde is van gisteren. Maar de eendagsvlieg weet ook niet wat gisteren is. Uiteindelijk schrijft hij een brief terug aan de krekel waarin hij schrijft dat hij niet kan morgen en dus niet komt.

Net als in zijn boek Is er dan niemand boos deinst Tellegen er niet voor terug om moeilijke woorden te gebruiken, zoals overrompelend, uitgesloofd, terneergeslagen, tuimelen, zwieren en draven. Er valt dus ook voor de voorlezers een hoop te genieten en niet alleen vanwege het prachtige taalgebruik.

Op de illustraties in zachte pastelkleuren van Sylvia Weve, die vorige jaar het Gouden Penseel won met Doodgewoon, is een boel te ontdekken. Ze gebruikt af en toe kadertjes om elementen uit de verhalen uit te lichten, bijna alsof je naar een stripverhaal kijkt. Het maakt de illustraties heel dynamisch en dat is een goede aanvulling op de teksten, die juist heel bescheiden van toon zijn.

IMG_5195.JPG

Het karakter dat Tellegen aan de dieren geeft, wordt door Weve mooi verbeeld. De ijdele leeuw die zijn manen bewondert voor de spiegel, de mol en de aardworm die uitgelaten dansen op het feest waarvoor ze niemand hebben uitgenodigd en de eendagsvlieg, wiens huis is overladen met klokken, zonnewijzers en kalenders. Wat moet het ook heerlijk zijn om een illustratie te mogen maken bij een openingszin als ‘Op een dag had de olifant lang aan de lamp van de eekhoorn geslingerd.’

Het boek is geschikt om voor te lezen aan kinderen vanaf een jaar of 6, zelf lezen vanaf circa 8 jaar.

Uitgeverij Querido, 64 bladzijden, €16,99, vanaf 6 jaar

Plaats een reactie